Glazuren van keramiek
Glazuur op aardewerk.
Glazuur is een dunne glasachtige laag aangebracht op dakpannen, bakstenen, plavuizen, tegels en andere gebakken materialen om deze te beschermen dan wel te versieren of te verbeteren. Door het glazuren wordt aardwerk ook minder poreus, waardoor het geschikt wordt voor het bewaren van vloeistof.Het glazuur waarmee een voorwerp van klei wordt geglazuurd, wordt gemaakt van verschillende chemische stoffen in poedervorm. De hoeveelheid van een bepaalde stof kan de kleur van het glazuur veranderen. Glazuren kan ook door het in de oven brengen van zout het zogenaamde zoutglazuur.
Fabrieksglazuren.
Fabrieksglazuren zijn glazuren die op de scherf (het oppervlak, de ondergrond) geen fout meer geven, moleculair dicht van structuur zijn en die bij het aanbrengen altijdoveral even dik zijn opgebracht, zodat steeds een constante kwaliteit kan worden gegarandeerd. Dit zijn vaak glazuren die bij sanitair- en grote tegelfabrikanten worden gebruikt, waarvan de receptuur geheim is en die nooit of pas na vele jaren gaat craqueleren.
Nijverheidsglazuren.
Dit zijn de glazuren die vaak door de kunstnijverheidsindustrie, de handwerkers zoals pottenbakkers, kunstenaars en kleine tegelfabriekjes zelf gemaakt worden. Deze glazuren worden vaak proefondervindelijk met enige basiskennis samengesteld. Vaak worden pigmenten en andere stoffen toegevoegd om bepaalde effecten te bereiken. Bekende voorbeelden zijn dan raku- craquelé- en kristalglazuren.
De functie van glazuur is:
1. Het waterdicht maken van het keramisch voorwerp
2. het verfraaien van het voorwerp.
3. Het beschermen van het voorwerp tegen invloeden van buitenaf (vuil, zuren).
4. De duurzaamheid te verhogen
Stooktemperatuur.
We onderscheiden drie temperatuur gebieden die te maken hebben met het moment waarop glazuur smelt en stolt. Niet geheel toevallig houden die verband met de temperatuur waarop ook de onderliggende scherf al dan niet vervormt.
Temperatuurgebied 950º - 1050º
Aardewerk-en raku glazuren. Stooktemperatuur: 950º tot 1050º. Scherf: aardewerkklei, vaak geel- of rood bakkend, neemt water op en vervormt boven 1100º. Vindplaatsen: overal ter wereld maar vooral Nederland, Deltagebieden en Australië.
Temperatuurgebied 1140º - 1280°
Steengoedglazuren. Stooktemperatuur: tussen 1180º en 1280º. Veelgebruikte werktemperaturen zijn 1140º en 1250º. Scherf van steengoedklei, een secondaire klei die dicht sintert en daardoor waterdicht is. Vele kleuren, vaak beige of roze. Vervormt bij 1280º tot 1300º. Vindplaatsen: overal ter wereld maar vooral Groot-Brittannië, Frankrijk, Verenigde Staten en Duitsland.
Temperatuurgebied 1220° - 1300°
Steengoed- en porseleinglazuren tussen 1220° en 1300°. Meest gebruikte werktemperatuur is 1280°. Scherf van porselein, een primaire zuiver witte klei die verglaast en daardoor waterdicht is. Kleur wit, tegenwoordig ook met kleurtoevoegingen te koop. Vervormt boven 1300°. Vindplaatsen: vooral Azië en Japan. Vindplaatsen in Europa: Limoges, Sèvre en Meißen. Europese vindplaatsen zijn minder van kwaliteit.